Babi Pangang

Babi pangang (ca.  4 pers.)

3 schouderkarbonades

300 milliliter water

2 tenen knoflook (fijngesneden)

3 stuks steranijs

1 theelepel gemberpoeder

1 eetlepel bruine suiker

3 eetlepels ketjap

1 theelepel sambal

2 eetlepels rijstwijn

1 ui

3 tenen knoflook

1klontje boter

2 stuks steranijs

1 theelepel komijnpoeder

3 eetlepels suiker

pot atjar tjampoer (sap)

140 gram tomaten puree

2 centimeter verse gember

maïzena

400 milliliter bakvocht van het vlees

Meng het water met de gesneden knoflook, steranijs, gemberpoeder, bruine suiker, ketjap, sambal en rijstwijn aan de kook. Leg de karbonades in de marinade en leg deze in een pan. Doe de deksel op de pan. Laat het geheel ongeveer 10 minuten zachtjes koken en haal het dan van het fornuis af en zet het weg. Laat ze afkoelen in het kookvocht, het vocht heb je later ook weer nodig

Maak nu de saus. Snij de ui en knoflook fijn en fruit deze in een beetje olijfolie. Voeg de steranijs en de komijn toe en roer het geheel goed door. Daarna mag de suiker en het sap van de atjar tjampoer erbij. Als laatste de tomatenpuree en de geraspte gember. Roer de saus door en breng het aan de kook. Ga vervolgens de saus binden met de maïzena. Maak een papje van de maïzena met een beetje water. Voeg al roerend het papje toe aan de saus. Op deze wijze bindt de saus. Als de saus de gewenste dikte heeft, doe je het vuur uit. Haal daarna de steranijs uit de saus!

Haal het vlees uit de marinade en laat uitlekken. Voeg nog een beetje van de marinade toe aan de saus. Dep het vlees droog met keukenpapier en bak het krokant in een flinke laag olie. Ongeveer 2 a 3 minuten per kant. Snij het vlees in dunne reepjes. Leg de uitgelekte atjar tjampoer op de bodem van een schaal. Verdeel de dunne reepje vlees over de atjar tjampoer. Bedek het geheel vervolgens met een laag van de saus.